Hoe het eraan toe gaat in de pottenbakkerij van OlmenEs? Luister naar Siemen. Een buitenstaander moet wellicht even wennen aan de onverwachte uithalen, maar op de andere pottenbakkers heeft zijn alomtegenwoordige stemgeluid een wonderlijk rustgevend effect. Met zijn woordeloos hummen, zo nu en dan onderbroken door een opgewekte uitschieter, is Siemen de graadmeter van de stemming in de werkplaats.
‘Siemen drijft op sfeer’, knikt werkleidster Irene Visser naar de open tussenverdieping waar Siemen deze maandagmorgen druk in de weer is met het gieten van de klei in mallen. ‘Hij voelt de stemming haarfijn aan en verklankt die vervolgens op zijn eigen manier. De anderen weten dan dat niet alleen zijzelf maar ook de rest lekker in zijn vel zit.’ Reageert Siemen een enkele keer al te luidruchtig, dan speelt er dus iets. Niet noodzakelijk bij hemzelf, maar meestal bij een van zijn collega’s. ‘Siemen heeft daar een zintuig voor, voor ons het sein om bij elkaar te rade te gaan wat er aan scheelt.’
Vanaf zijn centrale werkplek heeft Siemen dan ook overzicht over de hele pottenbakkerij. Hij is een van de drie fulltimers, in totaal werken zij met zijn achten. Op dezelfde hoogte links van hem zitten de dames van het fijne werk geconcentreerd te penselen in het ateliergedeelte.
Beneden hem bekijkt nieuwkomer Mark het resultaat van zijn eerste vingeroefening: de geglazuurde kraaltjes komen zojuist de oven uit. Ondertussen roert Marten met peinzende blik in de klei-emulsie aan zijn eigen werkbank. Net als Siemen is Marten een van de vormgieters, maar meer van het bedachtzame type, aldus Irene. ‘Siemen wil meters maken, bij Marten moet het precies.’ Voor beide werkwijzen valt wat te zeggen want de pottenbakkerij wil zowel productie draaien als het ambachtelijk niveau hoog houden. Dat betekent dat de een af en toe wat aansporing nodig heeft, en de ander soms wat afgeremd moet worden om de afwerking niet uit het oog te verliezen.
Zijn hun kommetjes en bekers voldoende ingedroogd en de oneffenheden bijgeschuurd, dan ondergaat de ‘ongebakken scherf’ een eerste gang in de oven op 1000 graden, de biscuit stook. Vervolgens nemen Ytje, Annelies en Yanicka het steengoed over voor verdere bewerking. Ytje, met Annelies een van de vertrouwde krachten, kleurt vandaag met glazuurverf de duivenfiguurtjes in op een fruitschaal. Een secuur werkje. Brengt Ytje een te dikke laag aan dan knapt de schaal door krimp bij het glazuurbakken op hoge temperatuur. Te dun is ook weer niet goed, want dat gaat weer ten koste van de kleurintensiteit. De kleurschakeringen kiest ze doorgaans zelf uit; blauwindigo en Turks groen behoren tot haar favorieten. ‘Maar ik gebruik allerlei verschillende kleuren, hoor. De klanten moeten het ook mooi vinden.’ Ytje spreekt uit ondervinding. Twee dagen van de week verruilt ze de pottenbakkerij voor de OlmenEs winkel, en in de zomer staat ze ook nog eens tijdens weekenden achter de toonbank. ‘Ytje weet zodoende wat de mensen graag willen hebben’, verklapt Irene. ‘Voor ons heel fijn, want wij krijgen weer waardevolle marketingadviezen van haar.’
Annelies zou eigenlijk decoraties moeten intekenen op het blauwpaarsgekleurde
engobe kommetje, maar het lukt deze morgen maar niet om te beginnen. Ze heeft meer oog voor de verrichtingen van Yanicka, die naast haar nauwgezet de nerfjes uitkrast van de bessenbladmotieven op een uitlekschaaltje. Yanicka, voorheen rietvlechter, komt nog maar net kijken in de pottenbakkerij maar gaf al snel blijk van een bijzondere aanleg. Als zij achter de draaischijf plaatsneemt, vormen haar handen als vanzelf de meest sierlijke rondingen. Hoogtepunt tot nu toe is een buitenmaatse vaas met bijbehorende deksel. Als handvatornament heeft Yanicka een kunstig paardenlijf geboetseerd.
O nee, het kunststuk is nog lang niet af. Haar ‘supervaas’ moet voorlopig nog even indrogen, en het is nog maar de vraag hoe het gevaarte zich houdt in de oven, merkt ze realistisch op. Ze twijfelt nog over de kleuren, misschien dat Ytje haar bij de keuze kan helpen.
Het maken van vrij werk behoort echter tot de uitzonderingen die zij zich zo af en toe permitteren, vertelt Irene. In de regel produceert de pottenbakkerij gebruiksaardewerk. ’Zo hebben we onlangs 60 kera-mische drinkbekertjes met vrolijke kleurtjes gemaakt voor een basisschool uit de
buurt. Bij iedereen heerst dan een opgetogen gevoel van trots na het klaren van de klus. Siemen vertaalt dat weer voor ons.’
OlmenEs is een gemeenschap voor volwassenen met een verstandelijke beperking centraal in Noord Nederland. Antroposofie is onze basis. Wij bieden zorg, begeleiding en ondersteuning bij het samen wonen, samen werken en samen leven. Voor ons is de persoonlijkheid van de bewoner leidend, niet zijn beperking.